Artikel Parool “Overgang”, LevensfasePlusprogramma Projob/AM Hormoonspiegel

Praten over de overgang taboe op werk: ‘Ik heb veertig opvliegers per dag’

Het taboe moet er vanaf en vooral op de werkvloer. Want de overgang is een veel breder maatschappelijk en economisch probleem. ‘Ik heb veertig opvliegers per dag.’

BEELD VAN SANTEN & BOLLEURS

Olga heeft alle symptomen van de overgang, en niet zo’n beetje ook: vergeetachtigheid, opvliegers, nachtzweten, slapeloosheid. Vooral dat laatste is heel ontregelend in combinatie met haar baan bij de gemeente Heemstede en Bloemendaal. “Ik werk vier dagen per week, en lig minstens twee nachten per week van twee tot zes uur in de ochtend wakker,” zegt Olga die niet met haar achternaam in de krant wil.

“Tegen de tijd dat ik eindelijk in slaap val, gaat de wekker. Op zulke dagen zou ik het liefst mijn werkgever bellen en zeggen: ‘Ik begin vandaag om tien uur.’ Maar dat durf ik niet.” En dus sleept ze zich op maandag en dinsdag door de werkdag heen en is ze blij als het woensdag is. “Die ene vrije dag in de week is mijn redding. Anders zou ik het weekend niet halen.”

Olga, een vijftiger, is een van de twintig deelneemsters die zich deze vrijdagochtend hebben verzameld in een zaaltje in Schiphol-Oost voor de workshop Werken en de overgang, leidt dat maar eens in goede banen, niet de nieuwste show van Herman Finkers maar een serieus initiatief van arbeidsmarktspecialist Marja Beumer, eigenaar van uitzendbureau Projob.

Vandaag speciaal voor alle gemeenteambtenaren van de provincie Noord-Holland. Gesteund door de tijdgeest beschouwt Beumer, zelf 63 en nog altijd in de overgang, zich als een vrouw met een missie. “De overgang is hot,” zegt ze al even serieus, doelend op de groeiende aandacht voor het onderwerp. In maart was er de Week van de Overgang en organiseerde zij een evenement in het Concertgebouw over werken en de overgang. En sinds een paar maanden is ze, samen met lifecoach Marieke Verhagen (58) en hormoonspecialist Alette Mulder (49), op tournee langs bedrijven en werkgevers met als doel: het onderwerp bespreekbaar maken, het taboe doorbreken en vooral kennis delen.

Beumer: “We moeten stoppen met het over de overgang te hebben als een probleem van vrouwen alleen, als een hormonenverhaal. De overgang is een veel breder maatschappelijk en economisch probleem dat ook werkgevers aangaat. Als we er niets aan doen, hangt daar een flink prijskaartje aan.”

Afgelopen twee jaar bezocht ze zo’n 350 bedrijven om met werkgevers over het thema te praten. Haar belangrijkste conclusie is dat er zowel bij de vrouwen zelf als bij huisartsen en bedrijfsartsen een groot gebrek aan kennis is. “In negen van de tien gevallen krijgt een vrouw die naar de dokter gaat met klachten als vermoeidheid, slapeloosheid en hartkloppingen het stempel burn-out, terwijl het misschien wel gewoon aan de overgang ligt.”

Vitaliteitsbeleid

Liane Pielanen (49), directeur van het bureau personeel en organisatieadvies van de gemeente Amsterdam: “Het ziekteverzuim is bij ons vrij hoog, 6,2 procent. In het belang van de medewerker, maar ook in het belang van de gemeente, bieden we onze mensen allerlei programma’s gericht op het bevorderen van gezondheid en vitaliteit, zoals het stimuleren van een gezonde leefstijl, werkgeluk en een goede werk-privébalans. De overgang is vanaf nu ook onderdeel van ons vitaliteitsbeleid. Het besef begint te groeien dat het een verdienmodel is. Maar, eerst moet het taboe er vanaf.”

BEELD VAN SANTEN & BOLLEURS

Zelf is Pielanen een groot voorstander van openheid. “Bij mij zijn, als gevolg van een aandoening, mijn eierstokken op mijn veertigste verwijderd en daardoor ben ik versneld in de overgang geraakt,” zegt ze. Door zelf open te zijn, hoopt ze de cultuur te kunnen veranderen. Want dat is hard nodig, zo blijkt in het zaaltje in Schiphol-Oost. Ondanks dat de ramen tegenover elkaar zijn opengezet, hebben de vrouwen zichtbaar last van de hormonen. Een vrouw, die onophoudelijk zit te wapperen met een Spaanse waaier, verklaart: “Ik heb veertig opvliegers per dag.”

Heerlijk vinden de vrouwen, bijna allemaal werkzaam bij de gemeente Amsterdam, het om eindelijk eens openlijk te kunnen praten over al hun ongemakken. Binnen de kortste keren staat er een wordcloud aan klachten op de flip-over: zweten, nachtzweten, slecht slapen, niet slapen, vermoeidheid, vergeetachtigheid, onzekerheid, hartkloppingen, stemmingswisselingen, jeuk, restless legs.

Feest der herkenning

“Het is een feest der herkenning,” zegt de vrouw met de waaier. “Maar zo makkelijk als we er nu over praten, zo moeilijk gaat het op het werk.” Op het werk is de overgang onbespreekbaar, is de algemene ervaring. José van de afdeling burger-zaken vat samen: “Op de werkvloer is een gebrek aan openheid, veiligheid, begrip en erkenning. Jongere collega’s doen er lacherig over.”

“Leidinggevenden zijn toch vaak mannen van in de vijftig in pak, die hebben geen idee hoe ze dat onderwerp moeten aansnijden. Waar zijn de mannen eigenlijk? Ik zou wel eens willen weten wat zij van dit onderwerp vinden?”

“Grootste probleem is het enorme gebrek aan kennis over de overgang,” zegt Petra Verdonk, universitair hoofddocent participatie en diversiteit van Amsterdamse UMC, locatie VUmc. “Vrouwen komen er vaak via via achter dat ze in de overgang zijn, bijvoorbeeld doordat een zus of collega zegt: ‘Ik heb die klachten ook gehad, ben jij niet in de overgang?’”

Vorige maand rondde zij in samenwerking met vrouwenorganisatie WOMEN Inc. een groot literatuuronderzoek af, het eerste in zijn soort, naar de overgang in relatie tot werk. Met als toch wel schokkende, belangrijkste conclusie dat er nog heel weinig bekend is.

“Er is wel veel geschreven vanuit biomedisch perspectief, maar er is niets te vinden over hoe vrouwen hun overgangsverschijnselen managen in combinatie met werk en gezin, hoe ze aan het werk blijven als ze slecht slapen, wat de impact is op hun leven en hoe er wordt gereageerd op de werkvloer. Ik weet zeker dat als het een probleem van het mannenlichaam was geweest, we al lang wisten hoe het zat.”

BEELD VAN SANTEN & BOLLEURS

Volgens Verdonk heeft er ook mee te maken dat de 55-plus-vrouwen op de arbeidsmarkt een relatief nieuw fenomeen is voor Nederland. “Het is voor het eerst in de geschiedenis dat er zo veel vrouwen die in de overgang zitten op de arbeidsmarkt zijn,” zegt ze.

In de workshop legt Beumer uit: “Vroeger was het zo dat vrouwen werden ontslagen als ze gingen trouwen of ze stopten uit zichzelf zodra ze kinderen kregen. Vrouwen hadden wel last van de overgang, maar ze waren thuis en konden hun eigen tijd indelen. Sinds de jaren tachtig zijn de vrouwen massaal de arbeidsmarkt opgegaan. Tegenwoordig werken vrouwen steeds vaker in parttime en fulltime banen. De productiviteitseisen worden alsmaar hoger.”

Veel meer factoren

Beumer vindt dat de discussie veel breder getrokken moet worden, en spreekt nadrukkelijk van de levensfase van de vrouw waarin de overgang een rol speelt. Immers: “Het gaat niet alleen over de overgang. Er zijn veel meer factoren bij vrouwen in deze levensfase die de prestaties op de werkvloer beïnvloeden.”

Ze schetst even grof het plaatje: “We krijgen steeds later kinderen, de opvoeding van de, vaak puberende, kinderen komt veelal op de schouders van de vrouwen terecht. Door de participatiemaatschappij is 33 procent van de 55-plus-vrouwen ook nog eens mantelzorger. En dan moeten we allemaal steeds langer doorwerken. Als je bedenkt dat de kinderen die nu worden geboren, ruim honderd worden en misschien wel tot hun 75ste moeten doorwerken, dan heb je als 55- plusser nog een halve carrière te gaan. Daarom is het belangrijk dat werkgevers actief bezig zijn met de vraag: hoe houden we deze groep vrouwen fit?”

Dat de werkgevers pas aan het begin van een ontwikkeling staan, bewijst de praktijk. Uit een nog niet gepubliceerd onderzoek, met de toepasselijke titel Zwoegen, Zweten en Zwijgen in de Zorg, onder ruim dertig vrouwelijke artsen, verpleegkundigen en bedrijfsartsen van het Amsterdam UMC, blijkt dat de aandacht in deze zorginstelling voor vitaliteit van vrouwen op de werkvloer nog ernstig te wensen overlaat. Verdonk: “De praktijk is nog veel erger dan ik al dacht: vrouwen geven alles voor het werk, en hebben thuis geen energie meer.”

Grootste boosdoener is volgens Verdonk nog altijd de onbespreekbaarheid. “Op de werkvloer heb je het niet over de moeilijkheden die je ervaart met een zwangerschap of de overgang. Er heerst angst voor repercussies, maar ook voor medicalisering. Wat in de zorg sowieso speelt, is dat het lichaam van de patiënt altijd voor gaat. Dat maakt dat vrouwen, of ze nu hoogzwanger zijn of heftige bloedingen hebben vanwege de overgang, hun eigen gezondheidsproblemen over het algemeen negeren.” Een zorgelijke conclusie als je bedenkt dat ruim een kwart van de vrouwen op de arbeidsmarkt werkzaam is in de zorg.

De overgang, de cijfers

In totaal telt Nederland volgens het CBS ruim 1,4 miljoen werkende vrouwen die in de leeftijdsfase zijn waarin de overgang een rol speelt: tussen de 45 en 60 jaar. Ruim een derde van alle 4,1 miljoen werkende vrouwen. Volgens verschillende ziekenhuiswebsites heeft zo’n tachtig procent van vrouwen in de overgang last van klachten. Uitval door ziekteverzuim onder 55-plus-vrouwen ligt steevast hoger dan bij andere groepen op de arbeidsmarkt.

Wat dat betreft juicht ze de groeiende aandacht voor de overgang alleen maar toe, al benadrukt Verdonk net als Beumer dat dit onderdeel is van een bredere discussie: “In zijn algemeenheid zou er bij werkgevers meer aandacht moeten komen voor de levensloop en de levensfase van de werknemer. Deze overgangsdiscussie is onderdeel van een veel bredere maatschappelijke discussie over gender equality. Want ook rond de zwangerschap gelden dergelijke taboes. Ruim 45 procent van de vrouwen ervaart zwangerschapsdiscriminatie tijdens het solliciteren, om maar wat te noemen.”

BEELD VAN SANTEN & BOLLEURS

Ze is dan ook blij dat, mede door het onderzoek, de overgang nu hoog op de agenda van haar werkgever staat. “Voor het onderzoek was er nog twijfel of we hier als werkgever iets mee moesten, maar nu we doorhebben hoeveel vrouwen er in onze organisatie mee te maken hebben, is het eigenlijk schandalig dat we er nu pas iets aan doen,” zegt Nicole van Nimwegen, programmamanager duurzame inzetbaarheid bij het VUmc.

Overgangsconsulente

Inmiddels zijn er een paar drukbezochte voorlichtingslunches georganiseerd. En is er een peergroup gevormd die gaat onderzoeken waar medewerkers behoefte aan hebben, en sowieso komt er een overgangsconsulente voor de medewerkers.

“Het begint met herkennen en erkennen. Ook door de vrouwen zelf,” zegt Van Nimwegen. “Vrouwen doen er zelf ook vaak lacherig over. En ja, als zij er al over lachen, wie neemt het dan serieus? De generatie die nu in de overgang zit, is van het soort dat zich sterk houdt: mijn problemen los ik zelf wel op. Ze houden hun mond. Jongere generaties delen meer. Die zeggen tegen hun werkgever: ‘Ik heb deze klachten, hoe gaan we dat oplossen?’”

Met name in het creëren van een veilige omgeving is een rol voor werkgevers weggelegd, vindt ze. “Onder de leidinggevenden, veelal mannen, moet wel meer bewustzijn gecreëerd worden,” zegt Van Nimwegen. Ze moeten getraind worden hoe ze met dit onderwerp kunnen omgaan. Al vindt ze wel dat het initiatief voor de gesprekken altijd bij de vrouwen moet liggen. “Je moet er toch niet aan denken dat een leidinggevende in een functioneringsgesprek out of the blue vraagt: zeg, heb jij soms last van de overgang?”

Mannelijke leidinggevenden

Dat dat overigens ook goed kan uitpakken bewijst Romke Steensma (51), manager van de afdeling vergunningen, toezicht en handhaving. Toen hij bij een aantal medewerkers dezelfde worsteling zag met deze levensfase als thuis bij zijn vrouw, fysiek ongemak en soms ook emotioneel, is hij op een gegeven moment een-op-een het gesprek aangegaan. Hoewel de reactie van andere mannelijke leidinggevenden vooral was van: “Waar begin je aan?” En: “Moet je je daar als man wel in mengen?” is hij toch heel dat hij zijn nek heeft uitgestoken. “Bij alle vrouwen viel het gesprek in zeer goede aarde. Vorige week hebben een stuk of vijftien medewerkers uit zijn team een tweedaagse cursus gehad. En dat heeft heel positief uitgepakt. Voor hen zelf maar ook voor de teambuilding.”

Ook in Schiphol-Oost wordt de sfeer gaandeweg positiever. Als Beumer de vraag stelt wat de vrouwen nou eigenlijk nodig hebben om hun werk goed te kunnen doen, blijkt dat de oplossing in simpele dingen zit. Olga: “Flexibiliteit in de werktijden en meer thuiswerken zou al enorm helpen. En een beetje begrip.”

“Of gewoon een raampje in de buurt dat je zelf open kan zetten of een kraan met koud water,” vult deelneemster Els van de afdeling omgevingsdienst aan.

Volgens haar ligt het er ook aan hoe je er mee omgaat. “Als je er open over bent, krijg je positieve reacties. Ook van mannen. Ik werk voornamelijk met mannen, en ik heb meerdere keren meegemaakt dat ik tijdens vergaderingen een opvlieger kreeg en mijn collega’s dachten dat ik boos was. Sindsdien zeg ik vaak van tevoren: ‘Schrik niet als ik rood word, dat is de leeftijd.’ Of ik maak een grapje. Ik heb nog nooit gehad dat mensen niet aardig reageerden. Laatst nog zei een oudere collega: ‘Ik weet waar je doorheen gaat, mijn vrouw heeft het ook.’ En een jongere collega kende het ook van zijn moeder. Luchtigheid.” Ze wappert met haar handen. “Daar gaat het in alle opzichten om.”

De overgang, wat is het en wat kun je ertegen doen?

De overgang is het gevolg van verminderde hormoonproductie in de eierstokken. De overgang kan wel tien jaar duren en bestaat uit drie fasen: de perimenopauze treedt gemiddeld in rond 45 jaar. De menopauze, het moment van de laatste menstruatie, rond 51 jaar. Vanaf dat moment gaat de postmenopauze in. Overgangsklachten verschillen sterk per vrouw. De eerste fase gaat gepaard met hevige bloedingen als gevolg van afname van de progesteronproductie: de menstruatiecycli worden korter en onregelmatiger. De echte overgangsklachten, opvliegers en nachtelijke transpiratie, worden veroorzaakt door afname van oestradiol: een geslachtshormoon dat valt onder de oestrogenen. Het warmteregulerend centrum in de hersenen raakt in de war, met transpiratieaanvallen tot gevolg.

Kwalen als slapeloosheid, vermoeidheid en stemmingswisselingen zijn in zekere zin een indirect gevolg van de overgang. “Met name het nachtzweten verstoort enorm als je de volgende dag moet werken,” zegt Monique Brood-van Zanten, arts en hormoonspecialist bij Amsterdam UMC en Antoni van Leeuwenhoek. “Je wordt badend in het zweet wakker met een opgejaagd gevoel en hartkloppingen. Sommige vrouwen hebben jarenlang elk uur zo’n aanval. Dat heeft een enorme impact op je leven, want slapeloosheid lokt natuurlijk ook weer allerlei andere klachten uit: prikkelbaar, vergeetachtig, je niet meer jezelf voelen, onzekerheid.”

Het goede nieuws is dat er wel iets aan te doen is, aldus Brood-van Zanten. “Roken, alcohol, cafeïne en stress lokken overgangsklachten uit.”

“Gezond leven helpt,” zegt ook Alette Mulder van De Hormoonspiegel. “Door de juiste voeding, veel beweging en genoeg ontspanning kun je overgangsklachten tegengaan.”

Mocht u ondanks een gezonde leefstijl toch last hebben van transpiratieklachten, dan is volgens Brood-van Zanten bijslikken van hormonen een goede optie. “De meeste mensen zijn huiverig voor hormonen. Maar er zijn middelen op recept te verkrijgen op basis van de lichaamseigen stoffen, estradiol en progesteron, die in lage dosering bij ernstige overgangsklachten echt helpen. Ga niet zelf shoppen. Er doet veel onzin de ronde op het internet. Het grootste fabeltje omtrent de overgang? “Dat je door middel van hormonen de overgang kunt overslaan. Je kunt de klachten verminderen, maar je kunt de menopauze er niet mee uitstellen.”

Scroll naar boven